info@smeltkappers.nl

Almelo
0546871616
Vriezenveen
0546561443
Vroomshoop
0546644050

Geschiedenis

Smelt kappers

Het begon in mei 1936 wanneer Gerrit Smelt een herensalon opende

In mei 1936 begon de jonge Gerrit Smelt met een herensalon in Vriezenveen op het Westeinde van Vriezenveen.

Gerrit Smelt werd geboren op 24 december 1914 in Vriezenveen.
Hij was de zoon van Gerhardus Smelt en Gerharda Weijteman.
Gerhardus Smelt werd in 1875 te Vriezenveen geboren en was op 21 jarige leeftijd gehuwd met Gerharda Weijteman.
Het gezin telde negen kinderen. Hij was de enige zoon van Johannes Smelt en Julia Wichers.
Zijn zuster Aaltje Smelt trouwde met Albert Nieboer en vestigde zich in Vroomshoop.
Genoemde Johannes Smelt was geboren in 1840 en gehuwd in 1868 te Vriezenveen en overleed aldaar op 11 juli 1886.
Deze Johannes Smelt was de zoon van Jan Smelt en Johanna Tromp. Zij waren in 1838 in Vriezenveen getrouwd.
Deze Johannes Smelt stamde uit een gezin van zeven kinderen, die woonden op het erf van de Looboer.
Het was Gerhardus Smelt, die het latere geboortehuis van Gerrit liet bouwen.
Johannes Smelt was de stamvader van deze tak, die de Loo-kuper werd genoemd.

Sinds

KAPPERS

Een van de zonen van Gerhardus was Gerrit Smelt, die zijn beroep van kapper in 1936 zelfstandig ging uitoefenen.
Daarvoor was hij kappersknecht geweest in de kapsalon Schipper. Deze hadden verder op het Westeinde een grote kapperszaak.
Daar leerde Gerrit Smelt de kneepjes van het vak kennen, maar hij wilde meer en begon voor zichzelf.
Het gezin van Gerhardus Smelt en Gerharda Weijteman telde negen kinderen, vijf zonen en vier dochters.
Zij woonden tot 1905 in een boerenbedoening achter het huidige pand Westeinde 234.
Na de brand bouwden ze op de kavel ten westen van dit pand in het tweede gelid een nieuw huis.
Hier werd ook Gerrit Smelt in 1914 geboren. Gerhardus Smelt had een bescheiden boerderij en was daarnaast huisslachter.
Ook zijn jongste zoon Jan Gerhardus, geboren in 1920, had later een kapsalon op het Oosteinde.

START

De oprichter van het kappersbedrijf Gerrit Smelt kreeg de beschikking over een gehuurde kamer in het pand waar het bedrijf nu nog altijd is gevestigd.
Hij huurde de kamer in het pand van zijn zwager Jan Hendrik Smoes.
Deze was gehuwd met zijn oudere zuster Johanna Smelt.
Naar de kapper ging men in die tijd voor knippen scheren. Het accent lag in die tijd veel meer op het scheren, dat nu volledig plaats heeft gemaakt voor de hoofd – en haarverzorging.
Ook in die jaren had de lokale scheerbaas ook een sociale functie.
Men kwam er niet alleen om geknipt en geschoren te worden, maar ook werd er op de bank veel nieuws uitgewisseld.
De tijd op de bank bleef dikwijls beter in de herinnering hangen, dan het moment in de stoel van de kappersbaas.
Praten past in een kapsalon zoals de stilte in een mausoleum.
In de tijd tussen de beide oorlogen en met name in de crisistijd na 1929 ontstonden er her en der in den lande veel kleine startende bedrijven.
Dit was vooral het gevolg van een sterk toegenomen werkloosheid en de opkomst van de verzorgingsstaat met steeds meer nieuwe economische activiteiten. Natuurlijk was de barbier al een eeuwen vertrouwd verschijnsel in steden en dorpen, maar het aantal groeide flink.

LOO-BOER

Verwant aan de tak van de Loo-kuper was het geslacht van de Looboer.
Beide geslachten ontmoeten elkaar in de stamvader Jan Smelt, geboren 1810 te Vriezenveen.
Zijn ouders hadden op wijk IV-522, later gewijzigd in Westeinde 103, een boerderij.
Zijn zoon Gradus, die geboren werd in 1850 bleef op het ouderlijk huis.
Hij was getrouwd in 1873 met Johanna Abbink.
In het huis van de Looboer waar Jan Smelt door vererving was komen te komen met Hendrika Waanders ging het boerenbedrijf door.
De tak van zijn broer Gradus bleef op het ouderlijk huis van Jan Smelt en Hendrika Waanders wonen.
Zijn tak werd de Loo-boer genoemd. Enkele geslachten later werd de oude boerderij van de Loo-boer afgebroken en maakte plaats voor een nieuwe zaak van woninginrichting Roelofs, waar nu Zeeman en AP Stijlmeubelen zijn gevestigd.
De familie Smelt verhuisde in het kader van de ruilverkaveling naar de Westerhoevenweg.
Zij betrokken daar een nieuwe boerderij aan de Russendijk sinds november 1962.

CANADA OF KAPPEN

In het begin van de 50-er jaren werd het even spannend. Gerrit Smelt ondervond duidelijk de sporen van de malaise in de kappersbranche.
Hij hoorde uiteraard de vele verhalen van jonge, ondernemende plaatsgenoten, die plannen smeedden om te emigreren.
Zodoende stelde hij zijn vrouw voor om met de drie kinderen de kapperszaak en Vriezenveen te verruilen voor Canada.
Maar zijn vrouw, die dit avontuur niet zo zag zitten bedacht een ander plan.
Als ze nou eens begonnen met een dameskapsalon naast de bestaande herensalon? En aldus geschiedde.
Er werd ruimte gemaakt aan de oostzijde van het pand, dat ze inmiddels hadden gekocht.
En zo is het gekomen, dat vanaf 1953 beide echtelieden Gerrit en Marie Smelt actief waren in het kappersbedrijf.
En al na vier jaar bleek de keuze uiterst succesvol. Kappen of Canada was geen optie meer.

DAMESKAPSALON

In 1957 onderging de kapsalon van Gerrit Smelt een forse uitbreiding.
De dameskapsalon werd op 7 augustus 1957 in hetzelfde pand, waar hij al ruim twintig jaar voor de heren klaarstond, naar de eisen des tijds heropend
Onder de bezielende leiding van zijn vrouw Marie gingen ze met een zelfstandige afdeling voor dames verder.
De aloude gevel met die schitterende voordeur in de buurt van De Krim onderging een ingrijpende moderne aanpassing.
Een groot stuk van het woongedeelte, met name de slaapkamers verhuisden naar de zolder. De salons kregen een behoorlijke afmeting.
Er kwamen twee entrees in de voorgevel en in gouden letters op de groengekleurde mozaïekgevel Kapsalons Smelt: één voor de heren en één voor de dames.

HET GEZIN

Inmiddels telde het gezin van Gerrit en Maria Pas drie kinderen.
Na hun huwelijk op 19 juli 1940 werd in de oorlogsjaren op 5 juli 1942 hun dochter Gerharda Judiktje (Gerda) geboren.
In het bevrijdingsjaar werd op 19 juni 1945 hun eerste zoon Gerhard geboren.
En tenslotte zag op 21 november 1949 hun jongste zoon Gerhardus Johannes (Harry) het levenslicht.
Door het tragisch overlijden van Gerrit Smelt in 1959 kwam Marie er met een gezin van drie kinderen en een dames- en herenkapsalon er alleen voor te staan.
Dat was slechts twee jaar na de ingrijpende doorstart van de kapperszaak.
Door haar grote inzet en plichtsgetrouwheid hield ze in de jaren erna de zaak draaiende, hoewel ze tijdelijk de herensalon verhuurde.
Tot 1990 bleef ze als medevennoot betrokken bij de kapperszaak, met name in de Vriezenveense vestiging.
Hoewel Gerda aanvankelijk was voorbestemd voor het kappersvak koos ze voor en ander vak en werd maatschappelijk werkster en trouwde met Nicolaas Nanno Remmelt Knol. Haar man was voorlichter bij de Landbouwvoorlichtingsdienst en zij wonen in Markelo.
De oudste zoon Gerhard ging na zijn middelbare schoolopleiding aan het Christelijk Lyceum in Almelo rechten studeren in Utrecht.
Na zijn rechtenstudie deed hij notariaat in Utrecht, trouwde op 14 augustus 1972 te Zeist met Zwaantje (Swannie) Hermelink en werd kandidaat-notaris in Smilde. Zij was hoofdanaliste in het Academisch Ziekenhuis te Utrecht.
In 1979 verruilden zij de Drentse woonplaats Assen voor het Overijsselse Ommen. Hier werd hij op 1 januari 1990 benoemd tot notaris.
Door een ernstig verkeersongeval op de ochtend van de dag, dat zijn moeder overleed in 1995, was hij genoodzaakt om zijn notarispraktijk op 6 januari 1999 over te dragen.
Zij wonen nu nog steeds in Ommen, waar oud-notaris mr. Gerhard Smelt in 1999 tot ereburger werd benoemd.

DE TWEEDE GENERATIE

Met de komst van de jongste zoon Harry in 1968 trad de tweede generatie aan in het kappersvak.
Gerhardus Johannes Smelt was in de winter van 1949 op 21 november van dat jaar geboren.
Zijn ouders bewoonden toen de woning achter de kapperszaak aan het Westeinde.
Hij was het die in de voetsporen van zijn ouders het kappersvak inging. Na zijn schooltijd bekwaamde hij zich in het kappersvak.
Hij trouwde op 4 september 1972 met Veronica van der Vegte.
Zij werd op 26 maart 1949 als dochter van Gerhardus van der Vegte en Tonia Lous geboren in Almelo geboren.
Het gezin kreeg twee kinderen: een dochter Annemarie, die geboren werd op 12 juni 1980 en een zoon Marijn.
Dochter Annemarie studeert momenteel rechten in Utrecht.
Het was de tweede generatie Smelt in de persoon van Harry, die de kapperszaak aan het Westeinde verder wist uit te bouwen met een aantal vestigingen in de regio. Het bedrijf spreidde haar vleugels uit met zaken in Westerhaar, Almelo, en Vroomshoop.
Verder kwamen er een tweetal servicesalons voor bewoners in het verpleeghuis Het Meulenbelt en het woonzorgcentrum Friso te Almelo.

DE DERDE GENERATIE

En nu in het nieuwe millennium treedt de derde generatie aan in de persoon van Marijn Smelt.
Gerton Willem Marijn Smelt werd op 26 november 1976 te Vriezenveen geboren.
Na zijn basisschooltijd op de Elthetoschool in Vriezenveen en de school voor voortgezet onderwijs ’t Nijrees in Almelo deed hij de algemene opleiding aan de school voor MEAO Van Rhijncollege te Almelo.
Na een jaar aan de school voor optiek, maakte hij de overstap naar de Nederlandse Kappersacademie in Rotterdam.
Hier behaalde hij in 1996 zijn ondernemers- en kappersdiploma.
In zijn studietijd aan de kappersacademie liep hij stage op het instituut.
Daarna leerde hij het vak van binnenuit kennen in de gerenommeerde kapsalon van Michel Arendsen in Utrecht.
Met deze hairstylist van naam verzorgde Marijn shows en trainingen voor kapsalons in heel Nederland.
Hij rondde zijn eerste jaren in het kappersvak te Utrecht af met het diploma allround kapper.
Sinds januari 2001 is hij in dienst gekomen van het bedrijf van zijn ouders en werkzaam geweest op verschillende vestigingen.
Momenteel is hij werkzaam op de vestiging in Vriezenveen. Verder is hij nog een dag per week in dienst van Goldwell Nederland te Apeldoorn.
Marijn verzorgt voor dit bedrijf in haarcosmetica en aanverwante artikelen presentaties, shows en kleurentesten voor talrijke kappersbedrijven in het land.
Van zijn keuze voor het kappersvak heeft hij nog geen seconde spijt gehad. Marijn Smelt: Het is een gezellig, ambachtelijk vak.
Ik wist altijd al van thuis wat het was en het trok me.
Het omgaan met mensen en het in de vingers kennen van het kappersvak met al zijn modieuze grappen en grillen vind ik een ware uitdaging.
Samen met zijn ouders gaat Marijn Smelt in het kappersbedrijf van opa en oma, dat zijn oorsprong heeft in 1936, nu verder onder de naam

SMELT KAPPERS